Op 4 mei herdenkt Nederland de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien. Tijdens de Nationale Dodenherdenking worden overal in het land plechtigheden gehouden, waaronder het leggen van kransen en het houden van twee minuten stilte om 20.00 uur.
Dit jaar heeft de discussie over het volume van het signaal waarmee de twee minuten stilte wordt ingeluid, geleid tot controverse. Het signaal, ook wel de ‘Dodenherdenkingspijp’ genoemd, is een traditionele manier om de stilte aan te kondigen. Echter, sommige mensen vinden het geluid te zacht en niet indrukwekkend genoeg.
Verschillende organisaties en individuen hebben gepleit voor het opschroeven van het volume van het signaal tijdens de Nationale Dodenherdenking. Zij vinden dat het geluid krachtiger moet zijn, zodat het meer impact heeft en mensen zich bewuster zijn van de herdenking en de betekenis ervan.
Aan de andere kant zijn er ook tegenstanders van het verhogen van het volume. Zij vinden dat de ingetogenheid en soberheid van de herdenking in gevaar komt als het geluid te luid is. Zij vrezen dat het signaal dan te veel de aandacht trekt en afleidt van de herdenking zelf.
De discussie over het volume van het signaal tijdens de Nationale Dodenherdenking laat zien hoe belangrijk deze herdenking nog steeds is voor veel mensen in Nederland. Het herdenken van de slachtoffers van oorlogen en conflicten is een manier om respect te tonen en te reflecteren op de gruwelen die hebben plaatsgevonden.
Of het volume van het signaal daadwerkelijk wordt opgeschroefd tijdens de Nationale Dodenherdenking blijft nog de vraag. Maar hoe dan ook, het belangrijkste is dat we op 4 mei stilstaan bij de slachtoffers en hun offers nooit vergeten. Het maakt niet uit hoe luid het signaal is, zolang we maar de twee minuten stilte respecteren en herdenken.