De grootste tijdseenheid in de geologie wordt aangeduid met de term ‘eon’. Een eon is een zeer lange periode van miljarden jaren en wordt gebruikt om de geschiedenis van de aarde in te delen in grote tijdsblokken.
In totaal zijn er vier eonen: het Hadeïcum, het Archeïcum, het Proterozoïcum en het Fanerozoïcum. Elk van deze eonen omvat verschillende tijdperken en tijdvakken, die op hun beurt weer onderverdeeld zijn in kleinere eenheden zoals periodes en epochen.
Het Hadeïcum is het oudste eon en omvat de periode vanaf het ontstaan van de aarde tot ongeveer 4 miljard jaar geleden. Het Archeïcum volgt hierop en beslaat de periode van ongeveer 4 tot 2,5 miljard jaar geleden.
Het Proterozoïcum vormt het derde eon en strekt zich uit van ongeveer 2,5 miljard jaar geleden tot 541 miljoen jaar geleden. Tot slot is er het Fanerozoïcum, het jongste eon dat begon zo’n 541 miljoen jaar geleden en tot op heden voortduurt.
Elk van deze eonen heeft een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van de aarde en het leven daarop. Door de geologische tijd in te delen in deze grote tijdsblokken kunnen geologen de geschiedenis van onze planeet beter begrijpen en reconstrueren.