In de oude Egyptische mythologie waren er tal van godheden die werden afgebeeld met dierlijke kenmerken. Een van de meest bekende en intrigerende godheden was Anubis, de god van de doden en de heerser van de onderwereld. Anubis werd afgebeeld met het hoofd van een jakhals, wat hem een unieke en herkenbare verschijning gaf.
De jakhals was een belangrijk dier in de Egyptische cultuur en werd geassocieerd met de dood en het dodenrijk. De jakhals werd vaak gezien bij graven en begraafplaatsen, waar hij werd beschouwd als een gids voor de doden op hun reis naar het hiernamaals. Deze associatie met de dood maakte de jakhals een passend symbool voor Anubis, de god die de doden begeleidde en beschermde.
Anubis speelde een cruciale rol in het Egyptische dodenrijk. Hij was verantwoordelijk voor het wegen van de harten van de overledenen tegen de veer van Ma’at, de godin van de waarheid en rechtvaardigheid. Als het hart van de overledene lichter was dan de veer, werd hij toegelaten tot het hiernamaals. Was het hart echter zwaarder, dan werd het verslonden door de krokodillenkop van Ammit en was de overledene gedoemd tot eeuwige verdoemenis.
Anubis werd vereerd en gevreesd door de oude Egyptenaren. Zijn rol als beschermer van de doden en heerser van de onderwereld maakte hem een belangrijke godheid in de Egyptische mythologie. Zijn afbeelding met het hoofd van een jakhals maakte hem direct herkenbaar en maakte hem tot een van de meest iconische godheden uit het oude Egypte.
Hoewel de oude Egyptische beschaving al lang verdwenen is, blijft de figuur van Anubis met zijn jakhalskop intrigeren en fascineren. Zijn rol als god van de doden en heerser van de onderwereld blijft tot op de dag van vandaag mensen boeien en inspireren. Anubis met zijn jakhalskop is een tijdloos symbool van de eeuwige cyclus van leven en dood.