Vroeger was steenkool de belangrijkste grondstof in de Nederlandse industrie. Het werd gebruikt als brandstof voor energieopwekking en als grondstof voor de productie van staal en andere materialen. De steenkoolmijnen in Limburg en Zuid-Holland waren lange tijd de motor van de Nederlandse economie.
Maar met de opkomst van duurzame energiebronnen en de afname van de vraag naar steenkool, zijn de steenkoolmijnen in Nederland gesloten. Dit heeft geleid tot een verschuiving in de industrie, waarbij steenkool plaats heeft gemaakt voor chemische grondstoffen.
De chemische industrie is de afgelopen decennia sterk gegroeid in Nederland. Door de aanwezigheid van een goed ontwikkeld transportnetwerk en hoogopgeleid personeel, is Nederland een aantrekkelijke locatie voor chemische bedrijven. Deze bedrijven maken gebruik van een breed scala aan grondstoffen, waaronder aardolie, aardgas en biomassa.
De chemische industrie speelt een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Het draagt bij aan de export en zorgt voor werkgelegenheid in verschillende sectoren. De producten die worden gemaakt door chemische bedrijven worden gebruikt in uiteenlopende industrieën, zoals de auto-industrie, de bouwsector en de voedingsmiddelenindustrie.
Hoewel steenkool niet langer het belangrijkste product is in Nederland, heeft de verschuiving naar de chemische industrie geleid tot nieuwe kansen en innovaties. Bedrijven investeren in onderzoek en ontwikkeling om nieuwe producten en processen te ontwikkelen die duurzamer en milieuvriendelijker zijn.
De toekomst van de Nederlandse industrie ligt in de chemie. Door te blijven innoveren en te investeren in duurzame oplossingen, kan Nederland een leidende positie behouden in de internationale chemische sector. En zo kan het verleden van steenkool worden omgezet in een nieuwe toekomst in de chemie.