In de vorige eeuw was de functie van instellingsassistente in Nederland een belangrijke en veelvoorkomende rol in de zorgsector. Deze assistentes werkten in verschillende instellingen, zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en psychiatrische instellingen, waar zij ondersteuning boden aan de medische staf en zorgden voor het welzijn van patiënten.
De instellingsassistente was verantwoordelijk voor uiteenlopende taken, zoals het verzorgen van patiënten, het assisteren bij medische ingrepen en het bijhouden van patiëntendossiers. Daarnaast vervulden zij ook een sociale rol, door patiënten te ondersteunen bij dagelijkse activiteiten en een luisterend oor te bieden.
Het werk van de instellingsassistente vereiste een combinatie van medische kennis, organisatorische vaardigheden en empathie. Zij moesten snel kunnen handelen in noodsituaties, maar ook geduldig en begripvol zijn in hun omgang met patiënten.
De instellingsassistente speelde een essentiële rol in het functioneren van zorginstellingen en werd gewaardeerd om haar toewijding en professionaliteit. Hoewel de functie in de loop der jaren is veranderd en geëvolueerd, blijft de instellingsassistente een waardevolle schakel in de zorgverlening.