Een jazzorkest met minstens twaalf leden wordt ook wel een bigband genoemd. Dit type ensemble is een kenmerkende formatie binnen de jazzmuziek en staat bekend om zijn rijke en dynamische geluid.
Een typische bigband bestaat uit een ritmesectie (drums, bas, piano en soms gitaar) en een blazerssectie bestaande uit saxofoons, trompetten en trombones. De grootte van een bigband varieert meestal tussen de twaalf en achttien leden, maar kan soms nog groter zijn.
De term “bigband” verwijst naar de omvang van het ensemble en de krachtige sound die ontstaat wanneer alle muzikanten samen spelen. De blazerssectie speelt vaak harmonieën en akkoorden die de basis vormen voor de muziek, terwijl de ritmesectie zorgt voor het ritmische fundament.
Bigbands zijn vooral populair geworden in de jaren 1930 en 1940, toen legendarische orkesten zoals die van Count Basie, Duke Ellington en Glenn Miller de jazzscene domineerden. Deze ensembles speelden swingmuziek, een opwindende en dansbare stijl die destijds enorm populair was.
Tegenwoordig blijft de bigbandtraditie voortleven, met talloze professionele en amateurorkesten die over de hele wereld optreden. Ze spelen een breed scala aan stijlen, van klassieke swing tot moderne jazz en fusion.
Het spelen in een bigband vereist vaardigheid, discipline en teamwork van alle muzikanten. Elk lid moet goed kunnen lezen, improviseren en samenwerken om de complexe arrangementen tot leven te brengen.
Al met al is een bigband een opvallend en opwindend onderdeel van de jazzmuziek. Met zijn unieke bezetting en krachtige geluid blijft dit type ensemble generaties muziekliefhebbers boeien en inspireren.