Graangewas is een term die wordt gebruikt om een gewas aan te duiden dat wordt verbouwd voor zijn graankorrels. Deze gewassen worden voornamelijk gebruikt voor voedselproductie en worden vaak geteeld op grote akkers in landelijke gebieden. Graangewassen zijn een belangrijk onderdeel van de agrarische sector en spelen een cruciale rol in de voedselvoorziening van de wereldbevolking.
Er zijn verschillende soorten graangewassen, waaronder tarwe, gerst, haver, rogge en maïs. Elk van deze gewassen heeft zijn eigen kenmerken en wordt op verschillende manieren gebruikt. Tarwe bijvoorbeeld wordt vaak gebruikt voor het maken van brood en andere gebakken producten, terwijl maïs vaak wordt gebruikt voor veevoer en wordt verwerkt tot maïsmeel en maïsolie.
Het verbouwen van graangewassen vereist veel zorg en aandacht van de boeren. Ze moeten de juiste omstandigheden creëren voor het gewas om te groeien, zoals voldoende water, voedingsstoffen en zonlicht. Daarnaast moeten ze ook plagen en ziekten onder controle houden om een goede oogst te kunnen garanderen.
In Nederland is de teelt van graangewassen al eeuwenlang een belangrijke bron van inkomsten voor boeren. Het land heeft een vruchtbare bodem en een gematigd klimaat dat gunstig is voor de groei van graangewassen. Tarwe en gerst zijn de meest geteelde graangewassen in Nederland en worden gebruikt voor een verscheidenheid aan producten, zoals brood, bier en veevoer.
Al met al spelen graangewassen een essentiële rol in de voedselproductie en zijn ze een belangrijk onderdeel van de agrarische sector in Nederland. Door de juiste zorg en aandacht te besteden aan de teelt van deze gewassen, kunnen boeren een goede oogst behalen en bijdragen aan de voedselvoorziening van de bevolking.