Tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Beijing werden voor het eerst edelstenen gebruikt in de medailles die werden uitgereikt aan de winnaars. Deze edelstenen werden toegevoegd aan de gouden, zilveren en bronzen medailles om ze een extra speciale en unieke uitstraling te geven.
De gouden medailles hadden in het midden een jade inzetstuk, terwijl de zilveren medailles waren versierd met een inzetstuk van agaat. De bronzen medailles hadden een inzetstuk van rood kwarts. Deze edelstenen werden met de hand ingelegd en zorgvuldig geselecteerd om ervoor te zorgen dat elke medaille een prachtig en opvallend ontwerp had.
De toevoeging van edelstenen aan de Olympische medailles van 2008 was een eerbetoon aan de rijke geschiedenis en cultuur van China, waar jade, agaat en kwarts traditioneel belangrijke en gewaardeerde materialen zijn. Door deze edelstenen te gebruiken, wilden de organisatoren van de Olympische Spelen van 2008 een eerbetoon brengen aan de gaststad en de gastheer van de Spelen.
De keuze voor het gebruik van edelstenen in de medailles was ook bedoeld om de waarde en betekenis van de medailles te verhogen. Door edelstenen toe te voegen, kregen de medailles een extra element van luxe en exclusiviteit, wat de prestatie van de winnaars nog specialer maakte.
De edelstenen op de Olympische medailles van 2008 waren een uniek en opvallend detail dat de medailles onderscheidde van eerdere edities. Ze voegden een extra laag van schoonheid en symboliek toe aan de medailles, waardoor ze nog meer gewaardeerd werden door de atleten die ze wonnen.
Al met al waren de edelstenen op de Olympische medailles van 2008 een prachtig en memorabel onderdeel van de Spelen, en ze zullen voor altijd een belangrijke rol spelen in de geschiedenis van de Olympische Spelen.