In de zeventiende eeuw was de kunst van het etsen een populaire en veel gebruikte techniek onder kunstenaars. De etsen die in die tijd werden gemaakt, waren vaak minutieus en gedetailleerd, en dienden vaak als illustraties voor boeken of als kunstwerken op zich.
Een interessante ontwikkeling in de wereld van de zeventiende-eeuwse etsen was de opkomst van een nieuwe vorm van etsen, die zich onderscheidde van de traditionele manier van werken. Deze nieuwe vorm van etsen werd gekenmerkt door een meer losse en expressieve stijl, waarbij de kunstenaar minder bezig was met het nauwkeurig weergeven van details en meer nadruk legde op het overbrengen van een gevoel of sfeer.
Een van de bekendste beoefenaars van deze vernieuwende vorm van etsen was Rembrandt van Rijn. Rembrandt staat bekend om zijn meesterlijke gebruik van licht en schaduw in zijn schilderijen, en deze techniek kwam ook duidelijk naar voren in zijn etsen. Zijn etsen waren vaak expressief en dynamisch, met krachtige lijnen en contrasten die een diepe emotie en drama uitstraalden.
Een ander belangrijk figuur in de ontwikkeling van deze nieuwe vorm van etsen was Hercules Seghers. Seghers experimenteerde met verschillende technieken en materialen, en zijn etsen waren vaak mystiek en mysterieus van aard. Hij gebruikte bijvoorbeeld ruwe, ongepolijste koperplaten en creƫerde zo een unieke textuur en atmosfeer in zijn werk.
Al met al was de zeventiende eeuw een periode van grote creativiteit en vernieuwing op het gebied van etsen. Kunstenaars zoals Rembrandt en Seghers brachten de techniek naar nieuwe hoogten en ontwikkelden een geheel eigen stijl die tot op de dag van vandaag bewonderd en bestudeerd wordt. Hun experimenten en durf om traditionele grenzen te doorbreken, hebben een blijvende invloed gehad op de kunstwereld en hebben geleid tot een rijke erfenis van prachtige en expressieve etsen.