Zeer Oude Grondsoort, ook wel bekend als ZOG, is een term die vaak wordt gebruikt in de landbouw en geologie om te verwijzen naar bodems met een zeer oude oorsprong. Deze grondsoorten zijn ontstaan tijdens het Pleistoceen, een geologische periode die ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden begon en eindigde ongeveer 11.700 jaar geleden.
Zeer Oude Grondsoorten worden gekenmerkt door hun hoge mineralogische diversiteit en de aanwezigheid van oudere gesteenten en sedimenten. Deze bodems hebben meestal een diepe profielontwikkeling en bevatten vaak sporen van glaciale activiteit, zoals zwerfstenen en keileem.
In Nederland zijn Zeer Oude Grondsoorten voornamelijk te vinden in de zuidelijke en oostelijke provincies, zoals Limburg, Drenthe en Overijssel. Deze bodems hebben een rijke geschiedenis en spelen een belangrijke rol in de landbouw en het ecosysteem van het land.
Deze oude bodems vormen vaak een uitdaging voor boeren en landbouwers vanwege hun beperkte vruchtbaarheid en drainagecapaciteit. Het is belangrijk om de eigenschappen en kenmerken van Zeer Oude Grondsoorten te begrijpen om de beste landbouwpraktijken te kunnen toepassen en de bodemkwaliteit te behouden.
Al met al zijn Zeer Oude Grondsoorten een fascinerend onderdeel van het Nederlandse landschap en een belangrijke bron van kennis en inzicht voor geologen, bodemkundigen en landbouwkundigen. Het is essentieel om deze bodems te koesteren en te beschermen voor toekomstige generaties.