Een muis heeft vier poten, een staart en een snuit. Deze delen vormen samen het lichaam van een muis.
De poten van een muis zijn erg belangrijk voor zijn mobiliteit. Ze helpen de muis om te rennen, springen en klimmen. De poten van een muis zijn ook voorzien van kleine klauwtjes waarmee hij zich kan vastgrijpen aan oppervlakken.
De staart van een muis is een ander opvallend lichaamsdeel. De staart van een muis is lang en dun en kan worden gebruikt voor balans en als een manier om te communiceren met andere muizen. Muizen kunnen bijvoorbeeld hun staart trillen als teken van angst of opwinding.
De snuit van een muis is lang en puntig en bevat de neusgaten van de muis. Met zijn snuit kan een muis geuren en voedsel detecteren. De snuit van een muis is ook voorzien van kleine snorharen die hem helpen om objecten en obstakels in zijn omgeving te voelen.
Kortom, een muis heeft verschillende lichaamsdelen die hem helpen om te overleven in zijn omgeving. Van zijn poten tot zijn staart en snuit, elk lichaamsdeel van een muis heeft een specifieke functie die essentieel is voor zijn voortbestaan.