Het fenomeen dat overschatting van kunstmatige intelligentie beschrijft, staat bekend als het Dunning-Kruger-effect. Dit fenomeen is vernoemd naar twee computerpioniers, namelijk David Dunning en Justin Kruger, die in 1999 een onderzoek uitvoerden naar de relatie tussen expertise en zelfvertrouwen.
Het Dunning-Kruger-effect houdt in dat mensen met weinig kennis over een bepaald onderwerp vaak een overschatting hebben van hun eigen kunnen. Dit komt doordat ze niet in staat zijn om hun eigen incompetentie te herkennen. Aan de andere kant laten mensen met meer kennis en expertise juist een onderschatting zien van hun eigen kunnen, omdat ze zich bewust zijn van de complexiteit en nuances van het onderwerp.
Dit fenomeen is vooral relevant in het debat over kunstmatige intelligentie, aangezien het vaak leidt tot onrealistische verwachtingen en overschatting van de capaciteiten van AI-systemen. Mensen die weinig kennis hebben over AI kunnen geneigd zijn om de technologie als superieur en onfeilbaar te beschouwen, terwijl experts juist bekend zijn met de beperkingen en tekortkomingen van AI.
Het is daarom belangrijk om bewust te zijn van het Dunning-Kruger-effect en te streven naar een realistische kijk op kunstmatige intelligentie. Door samen te werken met experts en kritisch na te denken over de mogelijkheden en beperkingen van AI, kunnen we ons beter voorbereiden op de toekomst en profiteren van de voordelen die deze technologie ons kan bieden.