Stroming waarbij alleen observeerbaar gedrag als onderzoeksobject wordt beschouwd, ook wel behaviorisme genoemd, is een wetenschappelijke stroming die zich richt op het bestuderen van gedrag dat direct waarneembaar is. Deze stroming legt de nadruk op het observeren en meten van gedrag om zo tot wetenschappelijke conclusies te komen.
Het behaviorisme is ontstaan in de eerste helft van de 20e eeuw en heeft sindsdien een grote invloed gehad op de psychologie en andere wetenschapsgebieden. Prominente behavioristen zoals John B. Watson en B.F. Skinner hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van deze stroming en hebben verschillende theorieën en modellen opgesteld om gedrag te verklaren en te voorspellen.
Een belangrijk uitgangspunt van het behaviorisme is dat gedrag beïnvloed wordt door omgevingsfactoren en dat het mogelijk is om gedrag te veranderen door deze omgevingsfactoren te manipuleren. Dit wordt vaak gedaan aan de hand van klassieke conditionering of operante conditionering, waarbij beloningen en straffen worden ingezet om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag te ontmoedigen.
Door zich te richten op het observeerbare gedrag en het verband met omgevingsfactoren, heeft het behaviorisme bijgedragen aan het ontstaan van verschillende therapieën en interventies die gericht zijn op gedragsverandering. Deze benadering wordt nog steeds veel toegepast in de moderne psychologie en heeft zijn waarde bewezen in verschillende contexten.
Al met al is het behaviorisme een belangrijke stroming binnen de psychologie die zich richt op het bestuderen van observeerbaar gedrag en het verband met omgevingsfactoren. Door middel van empirisch onderzoek en experimenten heeft het behaviorisme bijgedragen aan een beter begrip van menselijk gedrag en heeft het geleid tot de ontwikkeling van effectieve interventies en therapieën.