Arbeidersliteratuur is een term die wordt gebruikt om literatuur te beschrijven die is geschreven voor en over arbeiders. Deze vorm van literatuur richt zich op de ervaringen, strijd en het dagelijks leven van de arbeidersklasse. Het is een belangrijk genre binnen de Nederlandse literatuur en heeft een lange traditie in Nederland.
Arbeidersliteratuur is ontstaan in de 19e eeuw, toen de industrialisatie en urbanisatie in Nederland de arbeidersklasse sterk deed groeien. Schrijvers begonnen de verhalen en ervaringen van arbeiders te documenteren en te verbeelden in hun werken. Deze literatuur diende vaak als een stem voor de onderdrukten en als een kritiek op de sociale ongelijkheid en uitbuiting die heerste in die tijd.
Een van de bekendste werken binnen de arbeidersliteratuur is “De Stille Kracht” van Louis Couperus, dat de sociale en politieke kwesties van die tijd aankaartte. Andere belangrijke schrijvers die zich bezighielden met arbeidersliteratuur zijn Ferdinand Bordewijk, Theun de Vries en Jan Mens.
In de loop der jaren is arbeidersliteratuur blijven evolueren en heeft het zich aangepast aan de veranderende omstandigheden en uitdagingen waarmee de arbeidersklasse wordt geconfronteerd. Hedendaagse schrijvers blijven de stem van de arbeiders vertegenwoordigen en hun verhalen vertellen in romans, gedichten en essays.
Arbeidersliteratuur blijft een belangrijk onderdeel van de Nederlandse literatuur en draagt bij aan het begrip en de erkenning van de ervaringen en strijd van de arbeidersklasse. Het biedt een uniek perspectief op de samenleving en draagt bij aan de sociale bewustwording en verandering.